Nikki Weststeijn 

Waarom de pil zo veel kan veranderen

                  
                 Photo: iStock by Getty Images    

Tijdens het lezen van het boek Je brein aan de pil van Sarah Hill heb ik met grote ogen en zwetende handen de pagina’s omgeslagen. Als vrouw en gebruiker van hormonale anticonceptie stond ik versteld van hoe de pil ons kan veranderen.  Ook al hoor je veel verhalen van vrouwen die verschillen bij zichzelf en anderen merken nadat ze aan de pil zijn begonnen, is het fascinerend en choquerend om een keer beschreven te zien hoe dit in hemelsnaam zou kunnen.

De bijwerking van de pil waar we misschien wel eens van hebben gehoord, is dat de kans dat vrouwen depressieve klachten krijgen wordt vergroot. Dit betekent ook dat meer vrouwen hierdoor suïcidale gedachten kunnen ontwikkelen. Uit een onderzoek onder alle vrouwen in Denemarken is gebleken dat de waarschijnlijkheid dat vrouwen zelfmoord plegen drie keer zo groot is wanneer ze hormonale anticonceptie gebruiken dan als wanneer ze dat niet doen. Drie keer zo groot.  En het schrijnende is dat deze kans het meest werd vergroot bij jonge vrouwen tussen de 15 en 19 jaar oud.  

De vrouw heeft de pil al jaren heeft moeten slikken om ervoor te zorgen dat zij én haar partner niet ongewenst kinderen zouden krijgen. Maar voor sommige vrouwen heeft het dus een onvergeeflijke bijwerking. Depressie is niet de enige bijwerking waar Hill over schrijft. De pil lijkt op verschillende manieren te veranderen wie we zijn en hoe we functioneren.

Een ander potentieel bijeffect van de pil is bijvoorbeeld dat het gebruik ervan ervoor kan zorgen dat vrouwen een ander soort partner kiezen dan als ze niet aan de pil zouden zitten. Daarnaast lijkt het dat de pil je kan afstompen van de werkelijkheid doordat ervaringen als minder plezierig en betekenisvol kunnen worden gezien. Tenslotte is ook gebleken dat het slikken van de pil de stressrespons van vrouwen compleet ontregelt, in dezelfde mate als dat kan gebeuren bij mensen die chronische stress of trauma hebben meegemaakt.

Het lijkt dus dat vrouwen die de pil gebruiken wezenlijk kunnen veranderen ten opzichte van wanneer ze dat niet doen. En dit bevestigen ook de ervaringen die ikzelf en vriendinnen hebben gehad. Ik heb vrouwen meegemaakt die ik bijna niet meer herkende toen ze aan de pil zaten, en waarvan ik het gevoel had dat ik ze weer ‘terugkreeg’ toen ze er weer mee stopten. Maar hoe kan het dat een pil die erop gericht is dat je niet zwanger raakt zó veel bijeffecten heeft die met hele andere dingen te maken lijken te hebben? De grootste eyeopener van dit boek lag voor mij in het antwoord op deze vraag.

Iets wat mij nooit helemaal duidelijk was geworden tijdens de biologielessen op de middelbare school, is dat geslachtshormonen een essentiële rol spelen in ons functioneren. Om dit te begrijpen moeten we ons eerst realiseren dat hormonen überhaupt bepalen wie we zijn. Dit is ook de boodschap die Max Nieuwendorp laat doorschijnen in zijn recent verschenen boek Wij zijn onze hormonen. Naast ons brein en de rest van ons zenuwstelsel, is het hormoonstelsel onmisbaar voor ons functioneren. Het zorgt ervoor dat ons lichaam weet wat het in welke situatie moet doen: wanneer het moet vluchten voor gevaar, wanneer het gaat slapen of wanneer het seks gaat hebben. Daarnaast zorgen hormonen ervoor dat ons lichaam bepaalde transities kan ondergaan zoals groei, puberteit, zwangerschap en de overgang. En het is zeker niet zo dat het brein altijd de controle heeft over ons hormoonstelsel. Het zijn soms onze hormonen die ervoor zorgen dat we op een bepaalde manier denken.

En de hormonen die ons brein het meest kunnen beïnvloeden, zo argumenteert Hill, zijn de geslachtshormonen. Dat lijkt misschien gek, aangezien de geslachtshormonen toch te maken hebben met seks, en seks voor veel mensen slechts één aspect is van het leven. Maar evolutionair gezien is dat heel logisch, want seks zorgt ervoor dat de soort overleeft. Hoe meer mensen gestuurd worden om een geschikte partner uit te kiezen, daar seks mee te hebben en vervolgens gezonde kinderen mee op te voeden, hoe beter voor het overleven van de soort. Hill: ‘We hebben van onze voorouders een brein geërfd dat alles wat te maken heeft met genenoverdracht boven aan de biologische to-dolijst zet, en daarop staat seks vetgedrukt en onderstreept als prioriteit op één.’

De hoeveelheid en de samenstelling van geslachtshormonen die de receptoren in onze hersenen ontvangen bepalen dus hoe wij ons voelen en gedragen. En dit geldt zowel voor vrouwen als voor mannen. Hill citeert een man die vertelt over zijn ervaring toen zijn lichaam door een bepaalde afwijking geen testosteron meer produceerde: “Zonder testosteron ken je geen verlangen. En zonder verlangen heb je geen inhoud in je hoofd. Je denkt nergens aan. Mensen die verstoken zijn van testosteron worden niet net als Dr. Spockuit Star Trek onvoorstelbaar rationeel. Ze worden onzinnig, omdat ze geen onderscheid meer maken tussen wat wel en niet interessant is, tussen wat er de moeite waard is om op te merken en wat niet.” 

Je kan je dus voorstellen dat wanneer we elke dag een pil slikken die de hoeveelheid en de samenstelling van onze geslachtshormonen verandert, dit ook de versie van onszelf zonder die pil verandert. Het gebruik van de pil kan veranderen “hoe je denkt, hoe je je voelt, hoe je de wereld ziet, hoe je je gedraagt, hoe je eruitziet, hoe je ruikt, hoe prikkelbaar je hersenen zijn, wat je immuunsysteem doet, hoeveel je eet, en zo ongeveer alles wat je je maar kunt voorstellen.” Maar hoe doet de pil dit dan allemaal precies?

Om dit te begrijpen moeten we eerst even ophalen wat er gebeurt tijdens een natuurlijke menstruatiecyclus van een vrouw. Deze begint wanneer we ongesteld worden. In de eerste helft van de cyclus wordt de eisprong voorbereid waarbij er een eitje vrijkomt dat bevrucht kan worden. Het hormoon dat in deze fase het meest wordt afgegeven is oestrogeen. Het oestrogeenniveau bereikt een hoogtepunt net vóór de eisprong. Hierna gaat het gehalte oestrogeen weer naar beneden.

Oestrogeen zorgt naast de eisprong ook voor een verandering in het gedrag en denken van vrouwen. Het zorgt bijvoorbeeld voor een toename van seksuele begeerte, zodat vrouwen ook daadwerkelijk rond deze vruchtbare periode seks zullen hebben. Maar dat niet alleen. Uit onderzoek blijkt dat ‘vrouwen zich sexyer voelen, eerder openstaan voor nieuwe ervaringen en meer werk maken van hun uiterlijk’ in deze eerste helft van de cyclus.

In deze eerste fase van onze cyclus zijn vrouwen ook meer toegespitst op het testosterongehalte van mogelijke partners. Oestrogeen zorgt ervoor dat vrouwen meer belangstelling krijgen voor mannen die mogelijk genen hebben die zorgen voor de meest gezonde nakomelingen. En het blijkt dat vrouwen door evolutie zijn getraind om kenmerken zoals een duidelijke kaaklijn, brede schouders, zelfverzekerdheid en een zware stem, te koppelen aan het hebben van genen die zorgen voor die gezonde nakomelingen.

Dan gaat het vrouwenlichaam de tweede fase in. Dit is een periode van afwachten of het eitje wordt bevrucht en zich gaat innestelen in de baarmoeder. Tijdens deze fase overheerst het hormoon progesteron en is het oestrogeenniveau lager. Progesteron zorgt voor de perfecte condities in de baarmoeder voor de eicel om zich mogelijk in te nestelen. Als bijeffect kan progesteron zorgen voor PMS-klachten, ander eetgedrag, minder energie, en zelfs voor een gevoel van brain fog. Is er geen bevruchtte eicel in de baarmoeder ingenesteld, dan gaan de levels progesteron en oestrogeen aan het einde van de tweede fase weer naar beneden, waardoor we ongesteld worden en het hele riedeltje weer opnieuw kan beginnen.  

En wat gebeurt er bij de pil? De pil geeft het lichaam dagelijks een dosis synthetische oestrogeen en progestageen. Hierdoor vertoont het lichaam gedrag vergelijkbaar met alsof het constant in de tweede fase van de cyclus zit, die afwachtende periode waarin het gehalte progesteron constant hoger is dan het gehalte oestrogeen. Dit betekent dat het lichaam geen signaal krijgt om weer een eisprong voor te bereiden. De pil voorkomt dus de ovulatie en daarmee zwangerschap. En dit is natuurlijk een uitkomst geweest voor vrouwen die het mogelijk heeft gemaakt dat we kunnen doorleren en werken tot wanneer we maar willen. Maar zwangerschap voorkomen is niet het enige wat de pil doet.

Synthetische progestagenen, waarvan er veel verschillende soorten zijn (levenorgestrel, desogestrel, gestodeen, norgestimaat, en ga zo maar door) binden zich op een andere manier aan receptoren in het lichaam dan natuurlijke progestageen. Sommige kunnen zich bijvoorbeeld ook binden aan testosteronreceptoren in het lichaam. Duidelijk zichtbare gevolgen hiervan zijn dat vrouwen puistjes en meer haargroei over het hele lichaam kunnen krijgen en ander eetgedrag kunnen ontwikkelen wat kan leiden tot gewichtstoename. Maar er zijn dus ook allerlei andere bijeffecten die minder zichtbaar zijn van buiten.

Laten we even stilstaan bij het feit dat de pil er dus voor zorgt dat het lichaam zich als het ware constant in de tweede fase van de cyclus bevindt. Hill argumenteert dat dit ervoor kan zorgen dat we kiezen voor een ander soort partner dan we zouden doen als we niet de pil gebruiken. Uit onderzoek is gebleken dat wanneer vrouwen aan de pil gaan, ze minder standaard macho-uitziende mannen verkiezen dan daarvoor. Ook bij het uitkiezen van een partner om een duurzame relatie mee te beginnen blijk dat vrouwen aan de pil eerder kiezen voor een man die veiligheid en stabiliteit biedt in plaats van voor een macho man.

Het is natuurlijk nog de vraag in hoeverre dit voor vrouwen echt een probleem kan vormen, maar er zijn wel verhalen van vrouwen die hun partner hebben leren kennen aan de pil en vervolgens stoppen met de pil omdat ze kinderen willen of omdat de man eindelijk eens de taak van anticonceptie op zich neemt. Ze merken dan dat ze meer aangetrokken zijn tot andere mannen dan hun eigen partner. Dit kan dusdanig problematisch zijn dat vrouwen erg ontevreden raken met hun relatie en misschien wel helemaal geen kinderen meer willen. Het is in ieder geval goed om bewust te zijn van de mogelijke impact van de pil op tot wie we ons aangetrokken voelen. Hierdoor kan een vrouw bijvoorbeeld plannen dat ze pas begint aan de pil wanneer ze een relatie heeft.

Los van partnerkeuze, kan de pil er ook voor zorgen dat de zin in seks afneemt. Dit kan erg frustrerend zijn omdat vrouwen wel tevreden zijn met hun relatie en in hun hoofd ook graag seks willen hebben maar zich er fysiek toch niet klaar voor voelen. En als het gebrek aan zin in seks an sich voor jou geen probleem vormt, kan het alsnog zo zijn dat zonder dat je het merkt het ook een aantal andere dingen beïnvloedt. Zoals Hill het verwoordt: “seks is meer dan seks”. Bewust of onbewust, seksuele motivatie blijft een belangrijke drijfveer voor veel alledaags gedrag. Het meest logische voorbeeld is misschien je best doen voor je uiterlijk en sporten, maar er zijn ook andere dingen die evolutionair worden uitgelegd als ‘paringsgedrag’ zoals muziek, mode, kunst, humor en zelfs taal. Het kan dus ook zijn dat de interesse hierin minder wordt wanneer we de pil gebruiken. Dit is wat Hill zelf merkte toen zij, nadat ze van de pil afging, zich ineens weer realiseerde dat ze altijd al een passie had gehad voor muziek luisteren maar die compleet was kwijtgeraakt tijdens het slikken van de pil.

Nu komen we ook bij het meer algemene idee dat de pil kan zorgen voor totale ‘anhedonie’. Dit is een mooi woord is voor de afstomping van de wereld die ik al eerder noemde, het niet meer kunnen ervaren van vreugde. Hill beschrijft haar ervaring nadat ze stopte met de pil: ‘alsof ik vanuit een tweedimensionale zwart-witfilm was overgestapt naar een kleurrijke, betekenisvolle driedimensionale werkelijkheid.’ Een van de mogelijke oorzaken voor dit gevoel is volgens Hill ook het gebrek aan oestrogeen-aanmaak van vrouwen aan de pil. Oestrogeen werkt namelijk als een soort meststof voor het brein. Het zorgt ervoor dat hersencellen gevoeliger zijn voor prikkels en daar ook sterker op reageren.

Een andere mogelijke oorzaak is dat de stressrespons van vrouwen aan de pil ontregeld raakt. De pil zorgt ervoor dat in stressvolle situaties vrouwen aanzienlijk minder tot bijna geen cortisol aanmaken, terwijl vrouwen zonder de pil dat wel doen. Een dergelijke stressrespons waarbij geen cortisol wordt aangemaakt in een stressvolle situatie, is vergelijkbaar met wat er gebeurt als mensen chronische stress of trauma hebben meegemaakt. En cortisol is belangrijk voor het goed kunnen verwerken van een stressvolle gebeurtenis. Een gebrek aan aanmaak van cortisol kan zorgen voor geheugenproblemen, minder goed sociaal functioneren, leren en presteren.

Hill heeft de theorie dat het er ook toe kan leiden dat gebeurtenissen en personen in het leven als minder betekenisvol gezien kunnen worden door het brein, wat kan bijdragen aan het gevoel van afstomping. “Want als je hersenen nooit iets op biologische wijze als een bedreiging of kans aanmerken, kunnen vrouwen gaan geloven dat ze in een weinig prikkelende wereld leven, waaraan de belofte van spannende nieuwe mogelijkheden en uitdagingen ontbreekt.” 

Gooi in deze mix ook nog het feit dat de pil ervoor zorgt dat beloningsprocessen in de hersenen (die onder andere gereguleerd worden door de misschien bekende serotonine en dopamine) minder goed gaan werken. Plus het feit dat natuurlijk aanwezige kalmeringsmiddelen minder aanwezig zijn in een vrouwenlichaam dat de pil slikt, en je kunt je wel een voorstelling maken hoe de pil de kans op depressieve klachten zou kunnen vergroten.

Het is wel belangrijk om te vermelden dat al deze effecten niet voor alle vrouwen gelden. Elk vrouwenlichaam kan anders reageren op verschillende soorten anticonceptie en zelfs op verschillende pillen aangezien er veel merken zijn met totaal andere samenstellingen van synthetische hormonen. Onderzoek wijst niet uit dat we allemaal moeten stoppen met de pil. De pil kan, naast het voorkomen van zwangerschap, voor sommige vrouwen juist een uitkomst zijn om een stabieler leven te leiden doordat ze PMS-klachten minder zwaar ervaren. Voor vrouwen met aandoeningen zoals endometriose en PCOS is de pil daarnaast een veelgebruikt medicijn.

Maar het is ook goed om ons te realiseren dat de pil en andere hormonale anticonceptie bij sommige vrouwen wel bijwerkingen kan hebben. Vrouwen hebben het recht om dat te weten, zodat ze zelf een weloverwogen keuze kunnen maken en bijvoorbeeld kunnen proberen om een dagboek bijhouden wanneer ze beginnen aan de pil om bij te houden of ze een verandering merken. Het gekke is namelijk dat het soms moeilijk is om zelf te merken hoe de pil ons verandert. De seksuele interesse of andere interesses kunnen bijvoorbeeld heel geleidelijk afnemen, waarvoor we vaak ook andere verklaringen kunnen geven. Hill: “Wat de invloed van onze hormonen een beetje eng kan maken, is het feit dat wij het gevoel dat onze hormonen ons bezorgen moeilijk kunnen onderscheiden van hoe wij de wereld beschouwen.” Meer onderzoek naar de effecten van de pil kan er dus voor zorgen dat vrouwen hierin beter weten waar ze aan toe zijn.



WE PLAY THE NICEST
TUNES WHILE TALKING
ABOUT THE COOLEST
RESEARCH